Afrollen

Knip de bandjes door die de slang samenbinden. Dop de uiteinde’s van de slang eerst af zodat er tijdens het aanleggen van de slang geen zand in kan komen. Het afrollen van de slang doen we vanaf de buitenkant. Prik het beginpunt vast met grondpennen, of leg hier tijdelijk een voorwerp op zodat de slang niet weer terug oprolt.

 

Bochten leggen

Hou rekening met de natuurlijke vorm van de slang bij het leggen van een bocht. Voorkom het knikken van de slang door geen scherpe bochten te maken. Houdt bij een 180° bocht een minimale diameter aan van 40cm. Wilt u toch een scherpe bocht neerleggen, gebruik dan een 90° kniekoppeling.

De tussenafstand

Wanneer u de slang terug wilt laten lopen langs de eigen lengte adviseren wij voor bovengronds een tussenafstand van  ± 40cm aan . Heeft u een druppelslang geschikt voor ondergronds gebruik en plaatst u deze ook onder de grond, dan adviseren wij ± 30cm tussenafstand. Ondergrondse druppelslangen kunnen op op 5 a 10cm diep worden gelegd.

  

Druppelslang afknippen

U kunt de slang doorknippen met een slangensnijder of een tuinschaar. Knip recht, en er let op dat u niet door een druppelaar heen knipt.

 

Eerste gebruik

Na het aanleggen van uw druppelslang raden wij aan om het systeem eerst een keer zonder eindstop goed door te spoelen. Dit verwijderd zand en vuil dat tijdens de aanleg in de slang terecht gekomen is.

 

Is er een stuk wat niet beregend hoeft te worden?

Als aanvoer kunt u een normale tuinslang, of tyleenslang gebruiken. Tyleenslang is een drukbestendige dichte slang die kan onder de grond gelegd worden. Deze is dus ook geschikt om twee stukken druppelslang onder de tegels aan elkaar door te verbinden. De slangen verbind u aan elkaar d.m.v. een draadverbinding. Bijvoorbeeld een druppelslangkoppeling met 3/4" buitendraad, en daaroverheen een tyleenkoppeling met 3/4" binnendraad. Let op, 16mm tyleenkoppelingen sluiten niet goed aan op de druppelslang, op de druppelslang gebruikt u druppelslang koppelingen.

 

Twee kanten op/ hoe splits je een druppelslang

Wilt u vanaf een punt twee kanten op gaan met de druppelslang dan kunt u dit doen door middel van een T-koppeling. Dit zorgt wel voor twee eindes, dus vergeet dan niet om een extra eindstop te kopen.

 

Hoeveel grondpennen heb ik nodig

Op rechte stukken heeft u voldoende aan 1 grondpen per 1,5 meter.
Voor een bocht van ± 90° raden wij 2 grondpennen aan.
Voor een bocht van ± 180° raden wij 3 grondpennen aan.

 

Druk behouden

De beste manier om zo min mogelijk drukverlies te hebben over de lengte van je druppelslang is om de afstand vanaf de aanvoer tot het einde zo klein mogelijk te maken. Op illustratie 1 is de afstand van A naar B 35 meter, waar dit bij illustratie 2 nog maar 17 meter is. En op figuur 3 is dit zelfs maar 8 meter. Op deze manier zal onderdruk geen probleem zijn bij het bevloeien van grotere oppervlaktes, houdt wel rekening met de capaciteit (waterverbruik).

 

 

Druppelslang op een helling

Hoogteverschil speelt een rol bij de beregening. Wanneer je een druppelslang op een helling aanbrengt, leg deze dan langs de lengte van de helling.

 

 

 

Automatische besturing

Om het gemak van de druppelslang optimaal te benutten is het wel zo makkelijk om deze aan te sluiten op een kraancomputer. Als u onder uw huidige buitenkraan een kraanverdeler hangt, dan heeft u een extra tappunt. Hier kunt u dan de kraancomputer onder hangen en de druppelslang op aan sluiten. Sluit u toch liever de druppelslang met de hand aan, kijk dan bij onze actiepakketten. Hier zit een startkoppeling bij zodat deze op de normale tuinslang aangesloten kan worden.

 

Bekijk onze voorbeelden voor aansluiten aan de buitenkraan.